(1) Vooral de VVD heeft garen gesponnen bij de terugkeer van
de links-rechts tegenstelling in de politiek. De linkse en rechtse
populistische partijen kregen hun kans door de Paarse coalities waarin rechts
en links gingen samenwerken. Dit betekent dat de flanken in de Nederlandse
politiek alle kansen kregen. De PvdA heeft bijna bewust de links-rechts
tegenstelling teruggebracht, waardoor de populistische partijen toch minder
groot zijn dan lange tijd is verondersteld. De terugkeer van de links-rechts
tegenstelling betekende dat sociaaleconomische vraagstukken hoog op de agenda
zijn gekomen en vraagstukken rond de multiculturele samenleving en de kwaliteit
van de rechtsstaat naar de achtergrond verdwenen. Paradoxaal genoeg leverde dat
een probleem op voor Cohen als nieuwe leider van de PvdA, omdat Cohen juist op
de terreinen van de integratie en de rechtsstaat een sterk profiel heeft.
(2) Het lijkt er niet op dat de PvdA en de andere linkse
partijen de winst rond de financiƫle en economische crisis kunnen incasseren.
De problemen van de markteconomie worden niet gekapitaliseerd door links. Het
lijkt er eerder op dat de crisis in het kapitalisme leidt tot winst voor
rechts. Het wordt links eerder verweten dat zij medeverantwoordelijk is geweest
voor het ontsporen van het kapitalisme. De kiezers willen duidelijke
beslissingen. Zij hebben een hekel aan centrumlinkse coalities die niet tot
besluitvorming in staat lijken te zijn. In het verleden leidden economische
crises ook tot winst voor rechts: Thatcher en Lubbers werden beiden beloond
voor hun strenge saneringsbeleid. De kiezers vertrouwen de sanering van de
financiƫle en economische crisis eerder toe aan rechts dan aan links. Het is
een bekend gegeven dat progressieve politiek eerder mogelijk is in een periode
van economische voorspoed dan in een periode van tegenspoed. Dat kan verklaren
dat de VVD onder leiding van Mark Rutte sterk groeit.
(3) Balkenende lijkt de strijd te verliezen, zijn
houdbaarheidsdatum is voorbij. De tragiek voor Balkenende is dat hij altijd
liever wilde regeren met de VVD, maar door de politieke omstandigheden werd
gedwongen tot een coalitie met de PvdA. De kiezers lijken zich heel goed te
herinneren dat het vierde kabinet-Balkenende nauwelijks tot beslissingen en
samenwerking in staat was. Dat willen de kiezers niet nog een keer, zeker niet
tijdens een economische crisis.
Balkenende trachtte het tij te keren door de
aftrek van de hypotheekrente als een breekpunt te formuleren. Daarnaast sprak
hij een voorkeur uit voor een coalitie met VVD, D66 en Groen Links. Balkenende
kiest deze merkwaardige coalitie omdat hij wordt bekritiseerd over een
mogelijke coalitie met de PVV; hij lijkt nu een entente cordiale tegen Wilders
te willen vormen. Het is echter de vraag of de CDA-stemmers die nu naar de VVD
overlopen gekant zijn tegen een coalitie met Wilders. Balkenende wordt aan het
einde van zijn machtscyclus voor de voeten gelopen door oude CDA-leiders die
zijn beleid willen corrigeren en door collega-ministers die het premierschap
willen overnemen: Eurlings, De Jager, Klink en Verhagen. Alleen vrienden kunnen
vijanden worden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten