Het lijkt erop dat Job Cohen de oude links rechts
tegenstelling terughaalt in de Nederlandse politiek. Zowel Cohen (PvdA) als
Rutte (VVD) hebben daar belang bij omdat het sociaal culturele vraagstuk van de
immigratie, dat de Nederlandse politiek ongeveer 10 jaar domineert, daardoor
naar de achtergrond verdwijnt.
De oude links rechts tegenstelling verdween in 1994 met de
komst van Paars. De oude tegenpolen uit de Nederlandse politiek – de VVD en de
PvdA – gingen samenwerken waardoor de politiek minder ideologisch werd.
Hierdoor kregen de populistische partijen aan de linker en rechterkant hun
kans. De SP en de PVV groeiden als kool.
De terugkeer van de oude links-rechts tegenstelling zou de
ruimte voor het populisme kunnen verkleinen. Na drie speeches is de
inhoudelijke lijn van Cohen duidelijk. Hij geeft aan dat zijn ouders na de
oorlog lid werden van de PvdA. Terwijl zij tijdens de oorlog als Joden werden
uitgesloten en met haat geconfronteerd werden, zagen zij na de oorlog toch
perspectief. De kracht van zijn ouders in uitzichtloze situaties perspectief te
zien is een belangrijke motivering voor Cohen om politiek actief te zijn en het
verklaart zijn geloof in de rechtsstaat. Daardoor is hij ook een politiek
leider die “inclusiviteit” nastreeft: iedereen telt mee. Dit in tegenstelling
tot Wilders die mensen uitsluit. Na deze motivering bedankte hij Bos en stelde
hij dat de sociaal democratie ons goed door de financiële crisis heeft
geloodst. Die crisis is volgens Cohen veroorzaakt door het economisch
neoliberalisme.
Deze stelling was al eerder door Wouter Bos verwoord in zijn
Den Uyl lezing. Met die lezing nam de marktsocialist Bos afscheid van het
economisch neoliberalisme, waardoor de PvdA weer naar links kon. Bos nam met
deze lezing ook afscheid van het CDA. Cohen volgt inhoudelijk dezelfde koers om
de concurrentie met de SP aan te gaan, hoewel hij ook met Roemer gaat
praten, maar dat is niet meer dan een formele kennismaking. Alle opties blijven
open omdat ook Cohen de uitkomst van de verkiezingen niet kan voorspellen.
Cohen stelt wel dat de globalisering van de economie zowel kansen als
bedreigingen geeft. Een deel van het electoraat kan die ontwikkeling bijhouden,
een ander deel wordt met de micronarigheid van deze ontwikkelingen
geconfronteerd. Het is niet eenvoudig om in een oude volksbuurt met zeer vele
nationaliteiten geconfronteerd te worden. Het leidt tot een prachtige Cohen
observatie: “Zonder te verhuizen, zijn deze mensen verhuisd”. Een analyse die
dicht in de buurt van die van de SP komt”.
Het is ook opvallend dat Cohen met de titel van het land van
aankomst van Paul Scheffer speelt. Daarna gaat Cohen in zijn lezing terug
naar de economische crisis en mogelijke oplossingen. Cohen ziet ruimte voor
beroepen die het in Nederland altijd goed hebben gedaan en die wij kunnen
exporteren: technische beroepen op het gebied van water en energie. Daarnaast wil
hij net als de andere politieke partijen investeren in de kenniseconomie om de
concurrentie met de opkomende economieën aan te kunnen en de vraag naar talent
op te vangen. Om Nederland door de crisis te loodsen gaat Cohen terug naar een
Sociaal Akkoord dat over de hele linie loonmatiging zal inhouden. Tenslotte
moet er een nationaal democratie akkoord komen. De representatieve democratie
en bureaucratie zijn niet langer passend bij het tempo van maatschappelijk
handelen dat door de ICT revolutie wordt omhoog gejaagd.
Cohen is een begenadigd spreker. Hij treft bijna
altijd de juiste toon. De lezing in Nijmegen was niet spectaculair. De kracht
van de toespraak lag in de herhaling van de boodschap. Deze boodschap draagt
hij consequent uit: kritisch over het economisch neoliberalisme. Kort na het
congres was Cohen bij Nova, waar hij werd ondervraagd door Twan Huys.
Cohen haperde zo nu en dan, gaf afgemeten antwoorden en dreunde
ingestudeerde zinnen op. Vermoeidheid? Of wordt Cohen het slachtoffer van de
partijbureaucratie en de adviseurs van de PvdA die van een echt persoon een
spreekpop maken? Cohen komt doorgaans authentiek over en heeft geen
enkele begeleiding nodig. Hij wint de meeste debatten en bijles economie is
niet nodig. “Helpers uit de ring Job”, dan gaat het stukken beter.